Duizenden manieren om de wereld te bevragen, de vraag te stellen die ons van vroeg tot laat, van geboorte tot dood bezighoudt : deze, de enige, die alle andere in zich verenigt en enkel zichzelf behoort. Eerst moet er een vorm voor gevonden worden, een eigen klank. Vaak is een leven te kort. Sommigen houden aan, tegen wil en dank. Volhardend in alles. Soms in de kunst. Zo is Denis De Mot.
Wanneer hij laag per laag acryl of gouache op zijn drager aanbrengt en tussenin een beweging, een spoor, amper een teken neerzet, zie ik hem vragen stellen zoals een fles in de zee, een munt in de Trevi-fontein. Omdat je maar nooit weet. Goden en schikgodinnen kijken welwillend mee over de getijden en de eeuwen heen en de lagen, een wonder kan altijd gebeuren en de vraag krijgt vorm, een onverwachte vorm. Omdat het verbergen de beweging haar onderbewustzijn teruggeeft en aan het geheugen wat amnesia. Misschien krijgt men zo de kans te vinden wat men niet wist te zoeken.
En vaak geschiedt het wonder.
Dan legt Denis De Mot het werk neer en vervolgt met lagen op een ander oppervlak. Lagen en vragen, de ene volgt op de andere, onveranderlijk. Het ene werk verbonden met het andere door de coherentie in de arbeid. Steeds de juiste vraag stellen tussen de lagen door, al is ze telkens verschillend. Alsof de mens enkel groot kan lijken tegen de hemel door blijvend vragen te stellen en goed wetend dat er geen antwoord komt
Pascale De Visscher
Juni 2004